
Dikke boom
Ik heb het idee dat de wereld steeds competitiever wordt. Het is natuurlijk prachtig als je iets leuk vindt om te doen en je er ook nog goed in blijkt te zijn. Maar tegenwoordig moet je gelijk de beste zijn. En iedereen moet het zien, op televisie, op internet.
Een bijzondere competitie is die voor de Mooiste Boom van Nederland. Bijzonder, omdat het niets te maken heeft met talent of doorzettingsvermogen. Een boom kan er niets aan doen dat hij mooi is. Het is ook niet iets wat hij nastreeft. Hij moet alleen een beetje geluk hebben.
Als Mooiste Boom van Nederland werd in 2018 de troeteleik langs de A58 gekozen. Een boom met een verhaal, maar deze boom heeft geen geluk: waarschijnlijk moet hij wijken voor verbreding van de weg. Zijn uitverkiezing zal hem niet redden, alle nobele reddingsacties ten spijt.
In Beilen is er ook zo’n boom, een zomereik die rond 1750 op de es tussen Beilen en Eursing werd geplant. De boom stond er dus al toen het dorp in 1820 volledig afbrandde; alleen de kerk bleef gespaard. Tegenwoordig staat hij aan de Esweg, de hoofdweg door Beilen.
Beilenaren noemen hem gewoon De Dikke Boom. Iedereen weet wat er dan bedoeld wordt. Het was een van de eerste dingen die we leerden toen we in Beilen kwamen wonen. Als je de weg vroeg was het: bij de dikke boom rechts. En als onze dochter met scouting op kamp ging: verzamelen bij de dikke boom. Bij de boom wordt er gepicknickt, starten er fiets- en wandeltochtjes, scholieren ontmoeten er elkaar op weg naar school, en elke jaarwisseling wordt er carbid geschoten door de dorpsvereniging.
Deze boom wordt niet bedreigd, integendeel. Hij wordt gestut met staalkabels sinds hij door de ijzel van 1987 bijna bezweek. En de Esweg is een stukje verlegd, om de boom de ruimte te geven. De Beilenaren koesteren hun boom.
De dikke boom werd al eens tot mooiste boom van Drenthe gekozen. Maar dat weten ze in Beilen ook wel zonder competitie. De boom is een ijkpunt in het landschap, en in de tijd. En dat is genoeg.
De dikke boom van Beilen
Elk wel oes Beilen binnenkomp
van Haolen of van Hieken,
die zöt – en paartie staot verstomd –
de Keuning van de Ieken
Zien stam is máchtig, dik en groot –
met dree man te umspannen.
De veugels sjilpt: ‘gien woningnood,
wij bint under de pannen’.
Breed welft zien kroon op Wubbelingshof,
de schoonste van de ieken…
al reis wij hiel de Laandschup of,
wij vind niet ziens gelieken.
Roel Reijntjes